Ongediertebestrijders maken zich zorgen over toenemende overlast ratten en muizen

Het IPM-protocol vereist dat bestrijders eerst de omgeving van het ongedierte aanpakken voordat ze vallen en klemmen mogen plaatsen, waarbij rattengif als laatste redmiddel wordt gebruikt door gecertificeerde bestrijders.

Het verbod op regulier gebruik van pesticiden heeft geleid tot grote uitdagingen voor ongediertebestrijders, waarbij alternatieve methoden vaak minder effectief blijken te zijn. Hierdoor groeit het aantal ratten en muizen in Nederland exponentieel, zowel op het platteland als in stedelijke gebieden.

Volgens Merijn Janssen, directeur van BeestjesKwijt , is deze situatie een zorgwekkende trend die de volksgezondheid en het milieu bedreigt. Het huidige IPM-systeem richt zich voornamelijk op knaagdierbeheersing bij grote zakelijke klanten, waardoor de regels niet altijd geschikt zijn in elke situatie, zoals bij particulieren.

Om de overlast van ratten en muizen te verminderen, is het belangrijk dat mensen zich bewust zijn van het probleem en actief meewerken aan preventieve maatregelen, zoals het handhaven van goede hygiëne en het dichten van mogelijke toegangspunten voor knaagdieren. Een gezamenlijke inspanning is nodig om de overlast effectief aan te pakken en gemeenschappen veiliger en gezonder te maken.